Nijmegen scoort goed op het vlak van afvalscheiding
Nijmegenaren hebben over het algemeen een positieve basishouding als het gaat om het hergebruik van materialen. Dit blijkt onder meer uit de manier waarop zij met huishoudelijk afval omgaan. Zo geven de leden van het Stadspanel in grote meerderheid te kennen dat ze glas, plastic en oud papier gescheiden inleveren. En ook bouwafval en gft-afval worden naar eigen zeggen goed ingeleverd. De hoeveelheid in Nijmegen ingezameld huishoudelijk afval is gedaald van 77.600 ton in 2009 naar 67.200 ton in 2017 (-13%). De daling geldt onder meer voor de hoeveelheid restafval via de Nijmeegse groene zak, maar vooral voor de categorie grof restafval. De gemiddelde hoeveelheid afval per huishouden is in Nijmegen lager dan in de meeste benchmarksteden (387 kg in Nijmegen, tegenover 415 kg gemiddeld voor de benchmarksteden).Samen met Enschede en Leiden behoort Nijmegen tot de benchmarksteden met de kleinste hoeveelheden afval die per inwoner worden ingeleverd.
Steeds meer afvalmateriaal kan opnieuw worden gebruikt. Het hergebruikpercentage in Nijmegen is hoog. In 2017 ligt het op 69% zonder nascheiding van het ingezamelde en gebrachte afval (versus 56% landelijk) en op 72% inclusief nascheiding. De hoeveelheid restafval bedraagt in Nijmegen 120 kg per huishouden, versus gemiddeld 193 voor de benchmarksteden. Kijken we alleen naar het huishoudelijk restfafval dan zijn dit de aantallen: 91 kg per huishouden in Nijmegen versus gemiddeld 163 in de benchmarksteden.
Figuur: Huishoudelijk restafval in kg per huishouden, 2017. Bron: CBS.
Draagvlak voor duurzame economie
In Nijmegen is er duidelijk draagvlak voor een duurzame economie. Ongeveer de helft van de leden van het Stadspanel is bereid een ‘eerlijke prijs’ te betalen voor milieuvriendelijk gemaakte producten. Ook is er belangstelling voor voedsel uit eigen land of regio. Ook in Nijmegen ontwikkelt zich de laatste jaren de zogenaamde deeleconomie, bijvoorbeeld op het gebied van eten, spullen, vervoer, verblijf en menskracht. Er zijn allerlei ontmoetingspunten voor vraag en aanbod. Bij het principe van deeleconomie maken groepen mensen, al dan niet tegen betaling, gebruik van elkaars kennis, apparaten en diensten. Dat scheelt veel geld en ontziet het milieu, zo is de redenering. Landelijk onderzoek laat zien dat de laagste sociaaleconomische klasse het minst actief is in de deeleconomie en dat het delen vooral binnen de eigen sociaaleconomische klasse plaatsvindt.