Bij 15% van de huishoudens komt het ‘vaak’ voor dat men in de buurt geluidsoverlast ervaart (Burgerpeiling 2017). Dit percentage is even hoog als in 2013. De belangrijkste redenen voor de geluidsoverlast zijn: wegverkeer en buren of buurtgenoten, gevolgd door bromfietsen of motoren en groepen jongeren op straat. Een grotere groep huishoudens ervaart ‘soms’ geluidsoverlast (44%). Ten aanzien van de redenen die men voor geluidsoverlast noemt, is er weinig veranderd.

In 3% van de huishoudens komt het ‘vaak’ voor dat men stankoverlast ervaart met als belangrijkste redenen wegverkeer, honden en kattenpoep/-pis, gft-containers/afvalbakken en barbecueën/open vuur (Burgerpeiling 2017). In vergelijking met 2015 is de groep die vaak stankoverlast 1 procentpunt gedaald (was 4%). In 20% van de huishoudens ervaart men ‘soms’ stankoverlast (niet veranderd t.o.v. 2015).

De luchtkwaliteit wordt wettelijk beoordeeld aan de hand van waarden voor fijnstof en stikstofdioxide. Volgens de rijksoverheid zijn er sinds 2014 geen overschrijdingen van de grenswaarden hiervoor, behalve op de rivier de Waal door de scheepvaart. Nijmeegse cijfers rond fijnstof, stikstofdioxide en roet zijn gevat in Milieuatlaskaarten. Hieruit komt naar voren dat de impact van schadelijke stoffen in 2013, 2014 en 2015 vooral zichtbaar is rond de grotere stadswegen.

In 2017 geeft 18% van de Nijmegenaren aan regelmatig of vaak overlast van warmte in de woning te ondervinden. Hittestress komt het meest voor in Nijmegen-Centrum, gevolgd door Nijmegen-Zuid, Nijmegen-Oud-West en Dukenburg. De mate waarin hittestress ervaren wordt, hangt onder meer samen met de mate waarin de openbare ruimte en het private gebied (versteende tuinen) verhard zijn. In Nijmegen-Centrum is het percentage oppervlak dat verhard of bebouwd is het grootst (66%), gevolgd door Nijmegen-Oud-West (52%) en Nijmegen-Zuid (42%). Voor versteende tuinen hebben we een beperkt zicht op de verschillen tussen de stadsdelen. Meer in het algemeen weten we wel dat circa 30% van de leden van het stadspanel een versteende tuinen heeft (voor meer dan de helft bestraat/verhard). Jongere leeftijdsgroepen en lager opgeleiden hebben dit vaker. Een minderheid (28%) geeft aan ‘zeker’ of ‘waarschijnlijk wel’ bereid te zijn om hun tuin te vergroenen. De overige 72% geeft aan dit ‘waarschijnlijk niet’ of ‘zeker niet’ te willen doen. Behalve de mate van verstening, zullen ook woningkenmerken een rol spelen bij hittestress.

Het aandeel Nijmegenaren dat tevreden is over het groen in de woonbuurt is gestegen van 67% in 2013 naar 71% in 2017. In Oud-West is dit percentage lager (55%), net als bij de voorgaande metingen. Dit heeft vooral te maken met relatief veel onvrede over de hoeveelheid groen. In 2015 scoorde Nijmegen-Noord opvallend laag voor de tevredenheid over het groen in de woonbuurt (50% tevreden), maar in 2017 is dat veel minder het geval (67% tevreden).

Het percentage dat tevreden is over het groenonderhoud is in Nijmegen wat hoger (74%) dan gemiddeld in de benchmarksteden (69%). Het percentage Nijmegenaren dat ontevreden is over het groenonderhoud in de woonbuurt (9%) is de laatste jaren niet veranderd.

Bezoekers van het stadscentrum waardeerden het groen in de binnenstad in 2018 met een 6,2. Dat is vergelijkbaar met de score in 2016 (6,3) en hoger dan in 2012 (5,6).