Veel Nijmegenaren staan positief tegenover het profileren van Nijmegen als oudste stad met een bijzondere historie. Uit in 2015 en 2017 verricht onderzoek naar het imago van Nijmegen onder Nederlanders komt naar voren dat die historische profilering succesvol is.
Diverse initiatieven in het kader van Verleden Verbeeld worden positief beoordeeld.
Nijmegenaren staan achter historische profilering
In 2013 is aan de leden van het stadspanel gevraagd hoe ze aankijken tegen het profileren van Nijmegen als historische stad. Een ruime meerderheid staat erachter dat Nijmegen zich op verschillende manieren probeert te profileren als 'oudste stad met een bijzondere historie' (72% “daar sta ik achter”, 19% “daar sta ik deels wel en deels niet achter”, 3% “daar sta ik niet achter” en 6% “geen mening”). Men kon ideeën noemen voor hoe Nijmegen zich nader als historische stad zou kunnen profileren. Veel van die ideeën gaan over het vergroten van de zichtbaarheid van de geschiedenis in de stad.
Aanwijzingen voor succesvolle historische profilering
De uitkomsten van de in 2015 en 2017 verrichte imago-onderzoeken onder Nederlanders duiden op een succesvolle profilering van Nijmegen als oudste stad met een bijzondere historie. In 2005 vierde Nijmegen haar 2000-jarig bestaan. Voorafgaand aan ‘Nijmegen 2000’ (in 2004) waren Amsterdam en Maastricht de meest genoemde steden bij de vraag naar de oudste stad van Nederland. Na afloop van ‘Nijmegen 2000’ werd Nijmegen het meest genoemd. In 2015 wordt Nijmegen nog steeds het meest genoemd (35%) met Maastricht en Amsterdam op de tweede en derde plaats (31 respectievelijk 16%).
Veel Nederlanders denken bij Nijmegen spontaan aan zaken die met de geschiedenis van de stad te maken hebben. Van alle voorgelegde beschrijvingen van Nijmegen (onder meer loopstad, studentenstad, cultuurstad, kennisstad en duurzame stad) vinden de Nederlanders ‘historische stad’ het meest een passende omschrijving (70%). Twaalf procent van de bezoekers van Nijmegen komt onder meer naar Nijmegen om er de geschiedenis van de stad te ervaren. Een hoog percentage daarvan is positief over wat Nijmegen op dat vlak te bieden heeft (93%). En het ervaren van de geschiedenis is veel genoemd als reden waarom men de stad in de toekomst wil gaan bezoeken. De meest genoemde reden is het gaan bekijken van de binnenstad.
Positief oordeel over Verleden Verbeeld
In de afgelopen jaren is op diverse plekken het verleden van de stad meer zichtbaar geworden (Verleden Verbeeld). Eind 2015 is onder het stadspanel onderzoek verricht naar wat de panelleden vinden van 14 initiatieven op dit vlak. Diverse initiatieven blijken goed bekend en veel gezien/bezocht te zijn. Ook worden veel initiatieven aantrekkelijk gevonden. De volgende initiatieven scoren op alle drie de punten - bekend, bezocht/gezien en aantrekkelijk - goed: Huis van de Nijmeegse Geschiedenis, Open Monumentendag, Reconstructie ´Verloren Toren´ en ´Vrede van Nijmegen zaal’ in Museum Het Valkhof. Vijf initiatieven zijn relatief minder gezien/bezocht, maar scoren hoog op aantrekkelijkheid: Nijmegen graaft! (publieksopgraving in april-mei 2014 in het Waalfront), de Liberation route in Nijmegen en omgeving, de visualisaties van de verdwenen St. Janskapel en van twee grafkeldertjes op de Korenmarkt, Tijdpad (wandeling langs het Romeins verleden in Nijmegen-Oost) en 024geschiedenis (de 24 uur van de Nijmeegse geschiedenis). Aan het panel zijn 19 nieuwe ideeën voor het zichtbaar maken van het verleden van Nijmegen voorgelegd. Het meest aangevinkt als ‘beste nieuwe ideeën’ zijn: het beter zichtbaar maken van de Romeinse geschiedenis in het centrum, een website met alle historische locaties en evenementen, het beter zichtbaar maken van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in het centrum, gebouwen in de historische binnenstad toegankelijk maken voor bezoek en het terugbrengen van resten van de Romeinse muur op de Waalkade.
In vergelijking met diverse andere grote steden heeft Nijmegen niet veel rijksmonumenten, maar wel veel archeologische monumenten (Bron: Cultuurkaart Nijmegen, Atlas voor gemeenten, 2017).