Van onderwijs en leerlingen wordt kwaliteit op meerdere fronten verwacht: kwaliteit op cognitief gebied (kunnen leerlingen goed lezen, schrijven, rekenen, informatie verwerken, weten scholen leerlingen op niveau te laten presteren) maar ook op sociaal gebied (zijn leerlingen zelfstandig, ondernemend, creatief). Voor lang niet al deze kwaliteiten zijn goede gegevens beschikbaar.
Sterke samenhang tussen startkans en onderwijsniveau leerling
Als leerlingen een lage startkans hebben (d.w.z. dat hun ouders een zeer laag opleidingsniveau hebben) scoren zij doorgaans lager op eindtoetsen in het basisonderwijs en krijgen zij een lager advies voor het voortgezet onderwijs.
In de figuur is te zien dat op de Nijmeegse scholen die minder dan 5% leerlingen met een lage startkans hebben het aandeel dat een advies op minstens havo-niveau krijgt meestal tussen de 50 en 80% ligt. Bij hogere aandelen kinderen met een lage startkans zakt het aandeel dat een havo- of VWO-advies krijgt.
Figuur: Nijmeegse basisscholen naar % leerlingen met lage startkans (volgens oude definitie) en % in groep 8 dat advies op minstens havo-niveau krijgt, schooljaar 2017/2018. bron: DUO.
Wanneer het schooladvies aansluit bij het niveau van het kind is iedere verwijzing, of die nu naar vmbo of vwo is, goed. Passend bij de capaciteiten van het kind, en aansluitend bij de maatschappelijke behoefte aan een beroepsbevolking met verschillende vaardigheden en van verschillend opleidingsniveau.
Het is wel onwenselijk als kinderen met lageropgeleide ouders, met lage startkansen, "ondergeadviseerd" worden. Er zijn aanwijzingen dat dat in Nederland aan de orde is (CBS 2018).
Zwakke en excellente scholen
De onderwijsinspectie beoordeelt doorlopend alle scholen in Nederland op een aantal facetten, waaronder leeropbrengst, maar ook bijv. leerstofaanbod, schoolklimaat en zorg. Scholen die daarbij als (zeer) zwak uit de bus komen krijgen extra toezicht.
Begin 2019 hebben twee Nijmeegse scholen het predicaat " zwak/onvoldoende": basisschool Montessori Dukenburg en VSO Kentalis de Marwindt.
Het Ministerie van Onderwijs heeft sinds enkele jaren een programma "Excellente scholen" waarin niet gekeken wordt welke scholen onvoldoende zijn, maar dat juist insteekt vanaf de andere kant: welke scholen leveren extra hoge kwaliteit. Scholen kunnen zichzelf aanmelden voor een beoordeling in dit programma. Als een school als “excellent” wordt beoordeeld dan krijgt ze een predicaat dat 3 jaar geldig is.
Vijf van de Nijmeegse VO-scholen (Kandinsky, Stedelijk Gym, Helicon, SSGN en Mondial) hebben, voor 1 of meer van hun afdelingen, een in het schooljaar 2018/2019 geldig predicaat "excellent".
In januari 2018 heeft ook de school voor speciaal basisonderwijs SBO de Windroos (locatie Lindenholt) een predicaat “excellent” gekregen.
Veel VO-leerlingen op havo/VWO-niveau
Het niveau waarop vo-leerlingen onderwijs volgen is het beste te zien in het derde leerjaar. Voor die tijd zitten veel leerlingen vaak in nog niet naar niveau opgedeelde brugklassen, na het vierde leerjaar is het vmbo al afgelopen.
Ongeveer de helft van de Nijmeegse VO-leerlingen in het derde leerjaar volgt onderwijs op havo/vwo-niveau. Dat is veel hoger dan gemiddeld in Nederland, waar dit aandeel rond de 45% is.
De aandelen vmbo-t-ers in Nijmegen en Nederland zijn ongeveer gelijk. Met name in de lagere vmbo-niveaus zijn er in Nijmegen minder deelnemers dan in Nederland.
Figuur: Leerlingen 3e leerjaar vo, naar niveau. Bron: CBS en DUO/leerplicht, schooljaar 18/19.
Aandeel havo/VWO varieert van wijk tot wijk van 30 tot 90%
Gemiddeld genomen gaat ongeveer de helft van de Nijmeegse leerlingen in de 3e klas van het voortgezet onderwijs naar de havo of het VWO. Tussen de Nijmeegse wijken zijn er echter grote verschillen.
Figuur: Aandeel havo/VWO-leerlingen in 3e leerjaar, gemiddelde 17/18 en 18/19, bron: Leerplicht
- In de veel wijken in Dukenburg, Lindenholt, Oud- en Nieuw-West en Nijmegen-Zuid gaan relatief weinig leerlingen naar havo/VWO, soms minder dan 35%.
- Aan het andere uiterste veel wijken in Nijmegen-Oost en Midden, waar meer dan 70% van de kinderen havo/VWO bezoekt.
- Nijmegen-Noord, Hees, Weezenhof en een paar wijken in Midden/Oost nemen een tussenpositie in.
Hoogste slagingspercentage op VMBO
Op het VMBO slaagt rond de 95% van de examenkandidaten. Op het VWO en met name de havo liggen deze percentages lager. Dit patroon is zowel in Nijmegen als in Nederland als geheel te zien.
In 2017/2018 was ook op de vwo-scholen in Nijmegen het slagingspercentage hoog, 94%, en een stuk boven het landelijk gemiddelde.
Figuur: Slaagresultaten op Nijmeegse scholen en in Nederland, 2015-2017. Bron: DUO/OOD.
Niveau Nijmeegse mbo-ers stijgt
Van de 3700 Nijmeegse studenten die een MBO-opleiding volgen is het aandeel op niveau 1/Entree (geen startkwalificatie) heel laag, slechts een paar procent. De afgelopen jaren zijn de Nijmegenaren opleidingen op steeds hoger niveau gaan volgen: in 2012 was het aandeel studenten op niveau 4 42%, in 2018/2019 54%. De aandelen studenten op niveau 2 en 3 zijn daarentegen gedaald
Figuur: Niveau opleiding Nijmeegse mbo-ers. Bron: DUO.
In Nederland als geheel deed zich in deze jaren een vergelijkbare ontwikkeling voor.