Waardering voor stad licht gestegen
Nijmegenaren waarderen de stad als woon- en leefgemeente in 2017 gemiddeld met een 7,7. Dat is iets hoger dan in 2013 en 2015 (7,6). Ook op de volgende punten zijn de uitkomsten van de Burgerpeiling 2017 wat gunstiger dan bij de voorgaande metingen: 89% vindt Nijmegen een mooie stad, 69% vindt de Nijmeegse binnenstad aantrekkelijk, 86% is gehecht aan de stad en 75% is trots op de stad.
Ruim een derde van de Nijmegenaren (36%) geeft in 2017 aan dat Nijmegen in de periode daarvoor vooruit is gegaan, 11% ziet achteruitgang. De verwachting voor de toekomst is positiever dan in 2013 en 2015: 45% denkt dat Nijmegen de komende jaren vooruit zal gaan, 9% verwacht achteruitgang. De meest genoemde redenen voor de ervaren vooruitgang zijn meer levendigheid/evenementen/culturele activiteiten, verbeteringen aan fietspaden, nieuwbouw, verbetering van het winkel/-voorzieningenaanbod en de afronding van het bouwproject ruimte voor de Waal (inclusief de nieuwe bruggen). De meest genoemde redenen voor de ervaren achteruitgang zijn verslechtering van het winkel/-voorzieningenaanbod (opvallend, want ook genoemd bij redenen van vooruitgang) en een toename van de verkeersdrukte en achteruitgang van de verkeersveiligheid.
Verkeersveiligheid/-drukte meest genoemd als aan te pakken stadsproblemen
Aan de Nijmegenaren is in 2017 gevraagd wat de belangrijkste problemen in de stad zijn waaraan de gemeente wat zou moeten doen. In de ranglijst van meest genoemde problemen is ‘verkeersveiligheid/-drukte’ naar de eerste plaats gestegen. Ook drugsoverlast en knelpunten met betrekking tot het onderhoud van wegen zijn licht gestegen. Licht gedaald zijn criminaliteit en de prijs voor het betaald parkeren. De meeste problemen zijn niet door grote groepen genoemd (één probleem door meer dan 6%).
Figuur: Meest genoemde aan te pakken stadsproblemen. Bron: Burgerpeiling, O&S.
In 2011 stond ‘slechte bereikbaarheid/trage verkeersdoorstroming/files’ duidelijk nummer één in de ranglijst van aan te pakken stadsproblemen volgens de bewoners (genoemd door 16%). Bij de metingen daarna wordt dit veel minder vaak genoemd (door ruim 5% in 2017). De opening van de nieuwe stadsbrug in november 2013 zorgde voor een flinke stijging van het rapportcijfer voor de bereikbaarheid van de stad met de auto, zowel bij bewoners en ondernemers als bij bezoekers van de binnenstad. Bij de laatste meting onder ondernemers (2018) zien we wel weer een daling van het rapportcijfer voor de bereikbaarheid van de stad.
Afname diefstal, geweld, vernieling en onveiligheidsgevoelens
Het aantal woninginbraken is na de piek in 2012 (ruim 1.400) fors gedaald. Ook in 2018 zien we weer een daling (van 559 in 2017 naar 434 in 2018). Verder is er sprake van een dalende trend voor het aantal geregistreerde diefstallen van motorvoertuigen (meer dan gehalveerd in vergelijking met 2015), fietsendiefstallen en winkeldiefstallen. Wel steeg in 2018 het aantal aangiftes van auto-inbraak.
De afgelopen jaren is ook het aantal geregistreerde geweldsdelicten gedaald. Bij vernieling en overlast zien we uiteenlopende ontwikkelingen. Het aantal meldingen van vernieling, jeugdoverlast en geluidsoverlast door horeca is gedaald, het aantal meldingen van overlast door zwervers, drugs-/drankoverlast, drugsbezit en overlast door verwarde personen gestegen.
Het percentage Nijmegenaren, dat zich in de woonbuurt vaak of soms onveilig voelt, is in de periode 2011-2017 geleidelijk gedaald van 19 naar 15%. Het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt (7,2) is 0,1 hoger dan gemiddeld in de benchmarksteden. Ook het oordeel van burgers over het functioneren van de gemeente voor wat betreft de aanpak van de leefbaarheid en veiligheid is in Nijmegen positiever dan in de benchmarksteden.
Waardering voor buurt stabiel
De gegevens over de Nijmeegse wijken betreffen de gegevens die we voorjaar 2018 gepubliceerd hebben. Voorjaar 2020 actualiseren we die gegevens. Dan zullen we beschrijven of de hieronder gesignaleerde ontwikkelingen m.b.t. wijken en buurten zich al dan niet voortzetten.
Nijmegenaren waarderen hun woonbuurt als plek om te wonen en leven in 2017 gemiddeld met een 7,5. In 2013 was dat ook een 7,5 en in 2015 een 7,4. Wat minder Nijmegenaren geven aan zich in de buurt vaak of soms onveilig te voelen (15% in 2017 versus 17% in 2015). De score voor de sociale kwaliteit (verbondenheid van bewoners met buurt en buurtgenoten) is gelijk gebleven. Twee derde is gehecht aan de buurt en circa drie kwart voelt zich er medeverantwoordelijk voor. Het aandeel Nijmegenaren dat zich in de vrije tijd inzet voor de buurt is licht gestegen (van 27% in 2015 naar 30% in 2017). De tevredenheid over de groenvoorzieningen en verlichting in de buurt is wat toegenomen. De score voor de mate van fysieke verloedering is gelijk gebleven. Een ruime meerderheid is tevreden over de mogelijkheden voor sporten en bewegen in de woonbuurt. Een negatieve ontwikkeling is de daling van het aandeel bewoners dat vindt dat Nijmegenaren van verschillende afkomst goed met elkaar samenleven: van 59% in 2013 naar 49% in 2017.
Net als bij de voorgaande metingen is de groep die in 2017 vooruitgang ziet (17%) even groot als de groep die achteruitgang ziet (17%). De meeste genoemde redenen voor vooruitgang zijn het onderhoud van wegen, meer groen, nieuwbouw en vooruitgang van het winkel/-voorzieningenaanbod. De meeste genoemde redenen voor achteruitgang zijn meer rommel/zwerfvuil, slechter onderhoud van het groen, verslechtering van de verkeersveiligheid en meer geluidsoverlast.
Het oordeel van Nijmegenaren over diverse zaken in de woonbuurt - sociale cohesie, sociale overlast, criminaliteit, veiligheidsbeleving - ligt in de buurt van het gemiddelde voor de benchmarksteden (landelijke veiligheidsmonitor, 2017). Over de mate van fysieke verloedering en parkeeroverlast oordelen de Nijmegenaren wat positiever. Ook het totaaloordeel van bewoners over (de ontwikkeling van) de leefbaarheid van de buurt is iets gunstiger dan gemiddeld in de benchmarksteden.
In de ranglijst van steden met de hoogste waardering en binding onder de bewoners (Beerda Brand Consultancy, 2017) staat Nijmegen op de 6e plaats. Maastricht (1e plaats) en Groningen (3e plaats) staan hoger. De andere benchmarksteden staan niet in de top tien.
Woon- en leefklimaat in enkele wijken en diverse kleinere buurten beneden het gemiddelde
Over het algemeen is er in de Nijmeegse wijken sprake van een aantrekkelijk woonklimaat, met wel de nodige verschillen tussen wijken en buurten, die deels al langer bestaan. Met de tweejaarlijkse Wijkmonitor volgende we de ontwikkelingen in de 35 woonwijken voor de thema’s woonomgeving, sociaal klimaat, leefbaarheid en meedoen & zelfredzaamheid. De informatie over de wijken (wordt tweejaarlijks geactualiseerd; voor het laatst in 2018) geeft de volgende uitkomsten:
- In 8 wijken zien we positieve wijkontwikkelingen: Wolfskuil, Biezen, Nije Veld, Neerbosch-Oost, St. Anna, Hazenkamp, Malvert en Lent. In Neerbosch-Oost is het totaalbeeld voor het woon- en leefklimaat wel nog beneden het gemiddelde, hoewel in deze wijk er al geruime tijd positieve ontwikkelingen spelen. Nijmegen-Oud-West (Biezen en Wolfskuil) ontwikkelt zich al wat langer in een positieve richting met herstructurering en stedelijke vernieuwing als aanjagers. Dit stadsdeel scoort gemiddeld voor het totale woon- en leefklimaat.
- In 5 wijken zien we negatieve wijkontwikkelingen; in drie daarvan is het totaalbeeld voor het woon- en leefklimaat beneden het gemiddelde (Meijhorst, Zwanenveld en Tolhuis) en in twee gemiddeld (Stadscentrum en Benedenstad).
Meijhorst en Zwanenveld (en ook Aldenhof) scoorden al langer beneden het gemiddelde. Tolhuis scoorde in 2016 nog gemiddeld. In Dukenburg geven opvallend veel bewoners aan dat hun buurt achteruit gaat. De belangrijkste redenen hiervoor zijn volgens hen verpaupering en vervuiling van de openbare ruimte, veiligheid (vandalisme, drugs, criminaliteit, agressie) en de buurtsfeer (lage betrokkenheid, slechte relaties met buren of buurtgenoten). Ook de onderhoudstoestand van groen en verhardingen en het voorzieningenniveau (vooral in Weezenhof, Meijhorst en Zwanenveld) komen naar voren.
In de wijk Stadscentrum name het aantal bewoners in de jaren 2013 tot en met 2017 relatief sterk toe, onder meer door nieuwbouw en verkamering van panden. In de wijk Benedenstad is het aantal inwoners ongeveer gelijk gebleven. De wijken in Nijmegen-Centrum vormen een multifunctioneel gebied waar allerlei stedelijke functies elkaar versterken en ook beconcurreren. Het is steeds sterker een gebied voor uitgaan en vertier. Wijkprofessionals beschrijven diverse risico’s voor de leefbaarheid, zoals een toenemend aantal horecavestigingen op meerdere locaties, verloedering van bepaalde deelgebieden, doorgaande verkamering en blijvende overlast van zwervers en verwarde personen. Dat geeft risico’s voor het afglijden van het woonmilieu. Bewoners waarderen het woon- en leefklimaat in de wijk in 2017 iets lager dan in 2015, maar nog wel een met een ruime voldoende (7,5). Het valt wijkprofessionals op dat er weinig collectiviteit en samenhang tussen bewoners in Nijmegen-Centrum is. Het gaat vaak om alleenstaanden, stellen en studenten in kleine woningen. De score voor de sociale kwaliteit op basis van de Burgerpeiling is flink lager (gedaald van 5,1 in 2015 naar 4,7 in 2017) dan het gemiddelde voor Nijmegen (5,8). Bij dit alles moet wel bedacht worden dat er binnen Nijmegen-Centrum verschillen zijn tussen de wijk Stadscentrum en de wijk Benedenstad: in de wijkmonitor scoort Stadscentrum beneden het gemiddelde voor de leefbaarheid en het sociaal klimaat; Benedenstad scoort op beide punten gemiddeld.
Met betrekking tot De Kamp (in Lindenholt) valt op dat vooral de bewoners in Voorstenkamp en Gildenkamp kritisch zijn over de leefbaarheid en dat naar verhouding veel bewoners aangeven dat de woonbuurt achteruit gaat. - 10 wijken scoren bovengemiddeld, 19 wijken gemiddeld en 6 beneden het gemiddelde voor het totale woon- en leefklimaat (behalve de hierboven genoemde wijken Meijhorst, Zwanenveld, Tolhuis en Neerbosch-Oost ook Aldenhof en Hatert). In vergelijking met 2014 geleden scoren er minder wijken beneden het gemiddelde. Toen scoorden 9 wijken beneden het gemiddelde, 15 wijken gemiddeld en 11 wijken bovengemiddeld.
Hatert liet in de periode 2008-2015 volgens wijkprofessionals een soort tussensprint zien, een positieve flow waardoor bepaalde imagokwesties zijn verdwenen. Daarna bleef Hatert stabiel. Een risico is dat de sociale stijgers onder de nieuwkomers in de wijk te snel weer uit de wijk vertrekken. Nieuwbouwprojecten geven inmiddels wel nieuwe doorstromingsmogelijkheden binnen de wijk.
Het woon- en leefklimaat in Nijmegen-Noord scoort bovengemiddeld en er zijn signalen voor een sterkere verbinding tussen Noord en de rest van Nijmegen. - Binnen een aantal wijken blijven er behoorlijke verschillen tussen goede en mindere buurten bestaan. In totaal zijn er 24 buurten van verschillende omvang met leefbaarheidsrisico’s (versus 30 enkele jaren geleden). Deze deelgebieden liggen met name in Neerbosch-Oost, Hatert en Meijhorst, maar ook in andere wijken van Dukenburg, in Lindenholt en in Nijmegen-West.
Leefbaarheidsrisico’s door woningopsplitsing en verkamering
Vooral in wijken met grote 19e eeuwse panden, maar ook in andere gebieden, is de afgelopen jaren een doorgaande splitsing van woningen in kleinere woonunits en verkamering zichtbaar. Dit heeft onder meer met de groei van het aantal in Nijmegen woonachtige studenten te maken, die overigens stokte in 2016/2017. In de wijken Stadscentrum en Bottendaal woont inmiddels ruim een derde van de bevolking in opgesplitste panden, in Galgenveld een vierde en in Altrade en Hunnerberg een vijfde. Daarbij is de formele studentenhuisvesting van de SSHN niet meegerekend. Woningsplitsing en verkamering geven risico’s voor de leefbaarheid op straat- en buurtniveau, bijvoorbeeld een verhoogde parkeerdruk, meer onderlinge geluidsoverlast, een minder schone straat en een verminderde betrokkenheid bij de buurt. Bij het meldpunt overlast door kamerverhuur kwamen in 2018 ruim 400 meldingen binnen, vooral tijdens de zomermaanden. De overlastmeldingen gaan vaak over geluidsoverlast, mogelijke kamerverhuur zonder vergunning en overlast door afval en fietsen. Veel meldingen komen uit de wijken met relatief veel opgesplitste panden.
Aan te pakken buurtproblemen: geen grote veranderingen
Aan de Nijmegenaren is in 2017 gevraagd welke buurtproblemen de gemeente met voorrang zou moeten aanpakken. Net als bij de ranglijst voor stadsproblemen is ‘verkeersveiligheid/-drukte’ naar de eerste plaats gestegen en is criminaliteit gedaald. De meeste problemen zijn niet door grote groepen genoemd (drie problemen door meer dan 6%).
Figuur: Meest genoemde aan te pakken buurtproblemen. Bron: Burgerpeiling, O&S.
Hetzelfde gebleven is dat diverse zaken met betrekking tot de openbare ruimte hoog scoren (rommel/zwerfvuil, onvoldoende parkeerplaatsen, groenonderhoud onvoldoende, knelpunten met betrekking tot onderhoud wegen), evenals enkele vormen van overlast (jongerenoverlast, geluidsoverlast). Tegelijk zien we dat de algemene waarderingsscore voor de openbare ruimte gestegen is van 6,8 in 2013 en 2015 naar 7,0 in 2017. Mensen kunnen klachten over de openbare ruimte melden bij de gemeente (Meld & Herstel). De meeste meldingen gaan over afval en vervuiling (8.346 in 2018). Ook gaan veel meldingen over wegen, paden en pleinen (4.041), groen (3.407) en straatverlichting (3.323). De meldingen over ‘wegen, paden en pleinen’ gaan het meest over trottoirs/wandelpaden, gevolgd door wegen/pleinen. Over fietspaden komen minder meldingen binnen. De meldingen van burgers over groen gaan het meest over bomen, gevolgd door plantsoenen. De meldingen over straatverlichting gaan vooral over defecte lampen.