Monitoronderzoek over Nijmeegse kinderen tot 12 jaar (Kindermonitor, laatste meting in 2017) laat zien dat 97% van de ouders de gezondheid van hun kind als goed bestempelt en dat 59% hun kind meestal weerbaar vindt. Bij 7% van de kinderen is er een verhoogd risico op psychosociale problemen, bij 83% is dat niet het geval; de overige 10% zit in het grensgebied. Positieve ontwikkelingen zijn: een lichte afname van de groep met een verhoogd risico op psychosociale problemen, ouders zijn strenger op toekomstig alcoholgebruik, meer kinderen hebben een gezonde start (moeder rookte niet en dronk geen alcohol tijdens de zwangerschap), thuis wordt er minder gerookt waar het kind bij is en meer ouders geven aan dat ze de buurt kindvriendelijk vinden. Negatieve ontwikkelingen zijn: meer kinderen hebben last van een ingrijpende gebeurtenis in hun leven, minder ouders vinden hun kind meestal weerbaar en minder ouders krijgen hulp van familie/bekenden bij het opvoeden van de kinderen. Aandachtspunten zijn verder dat 9% van de kinderen weinig beweegt (minder dan 5 uur per week), dat er bij 16% van de 4- tot 12-jarigen sprake is van overgewicht (volgens de JGZ) en dat (faal)angst en onzekerheid belangrijke punten van zorg zijn van ouders met een kind op de basisschool.

Monitoronderzoek onder middelbare scholieren (E-MOVO, laatste meting 2015) laat zien dat 86% zich goed gezond voelt, dat 89% een rapportcijfer 7 of hoger geeft voor hoe gelukkig men zich voelt en dat 93% voldoende weerbaar is. Bij 5% zijn er aanwijzingen voor psychosociale problemen, bij 85% is dat niet het geval; de overige 10% zit in het grensgebied. Enkele positieve trends zijn: een afname van frequent schoolverzuim, roken, alcoholgebruik en een toename van het percentage dat zich goed gezond voelt. Wel spelen er diverse relatief nieuwe problemen, zoals sexting, cyberpesten en problematisch gamen en social mediagebruik. Verder geldt dat circa de helft van de jongeren niet genoeg beweegt; 48% beweegt minimaal 5 dagen per week minstens 1 uur, de rest minder. Het aandeel middelbare scholieren dat zichzelf te zwaar vindt is gelijk gebleven (22%).

Het aantal verwijzingen van 12-17-jarigen naar bureau Halt is de laatste jaren afgenomen (van 158 per 10.000 12-17-jarigen in 2013 naar 105 in 2017). In de benchmarksteden ligt het aantal verwijzingen hoger (gemiddeld 169 per 10.000 12-17-jarigen in 2017). Het percentage 12-23-jarigen met een jeugdreclasseringsmaatregel is de laatste jaren tamelijk stabiel (0,4% in het eerste halfjaar van 2018, versus 0,5% gemiddeld voor de benchmarksteden). Het aantal meldingen van jeugdoverlast is in 2018 duidelijk lager dan in de jaren daarvoor. Het percentage Nijmegenaren dat jongerenoverlast als een belangrijk aan te pakken buurtprobleem ziet, was in de periode 2013-2017 tamelijk stabiel (5 à 6%).

Na een paar jaar van daling is het aantal voortijdige schoolverlaters (stoppen met school zonder startkwalificatie) in Nijmegen weer toegenomen tot 295 in schooljaar 2017/2018. Dat is ongeveer 100 meer dan in 2015/2016.