Aandeel dat zich in vrije tijd inzet voor de samenleving licht gestegen
Bij de aanpak van zorgvragen wordt zo veel mogelijk geprobeerd het eigen netwerk rondom mensen een bijdrage te laten leveren. In de Burgerpeiling vragen we in dat verband naar de vrijwillige inzet van Nijmegenaren voor anderen en de samenleving. De laatste meting was in 2017.
Figuur: Vrijwillige inzet van Nijmegenaren voor anderen en de samenleving. Bron: Burgerpeiling.
- 13% van de Nijmegenaren geeft dagelijks of wekelijks mantelzorg;
- 18% geeft maandelijks of vaker hulp aan personen buiten het eigen huishouden (oppassen op kinderen; hulp vanwege problemen; hulp bij de administratie of praktische zaken);
- 26% zet zich maandelijks of vaker in als vrijwilliger voor een organisatie;
- 22% zet zich op minstens één van de volgende manieren in voor de buurt: organiseren feesten/activiteiten, schoonhouden van buurt, groenonderhoud in buurt en buurtproblemen/verbeterpunten onder de aandacht brengen; als we ook de hulp aan buurtbewoners en de vrijwillige inzet voor buurtorganisaties meerekenen komen we op 30%.
Voor alle vormen van vrijwillige inzet voor de samenleving is een stapelingsscore gemaakt. Daarbij is de frequentie ‘minder dan eenmaal per maand’ niet meegeteld. Het resultaat is dat in 2017 55% van de Nijmegenaren zich op minstens één veld inzet. Dat is een paar procentpunten hoger dan in 2013 (53%) en 2015 (52%). Die stijging heeft te maken met een lichte stijging van het percentage dat zich inzet voor de buurt (van 27 naar 30%). Het aandeel dat zich inzet voor anderen (mantelzorg of andere hulp) is ongeveer gelijk gebleven. Overigens meet de GGD (Gezondheidsmonitor 2016) met een andere vraagstelling een stijging van het aantal mantelzorgers van 8% in 2012 naar 12% in 2016 (minimaal 3 maanden en/of minimaal 8 uur per week). Personen met een lagere sociaaleconomische status zetten zich in de vrije tijd meer in voor anderen in. De meest genoemde redenen om in de vrije tijd niet bezig te zijn met de genoemde activiteiten zijn werk, gezin, ouderdom, gezondheid en andere vrijetijdsactiviteiten.
Het aandeel dat aangeeft mantelzorg of andere ondersteuning te ontvangen is in de periode 2013-2017 niet sterk veranderd: 3% ontvangt mantelzorg en 6% ontvangt andere vormen van ondersteuning van mensen buiten het eigen huishouden/gezin.
Verschillen tussen stadsdelen voor verbondenheid met buurt
De score voor de sociale kwaliteit op basis van de Burgerpeiling laat zien in hoeverre Nijmegenaren zich verbonden voelen met hun buurt en buurtgenoten. De gemiddelde score ligt in 2017 op 5,8 en is daarmee gelijk aan 2015. Wel zijn er aanzienlijke verschillen tussen de stadsdelen. In Nijmegen-Noord (6,6), Nijmegen-Oost (6,4) en Nijmegen-Midden (6,2) is de score het hoogst. Nijmegen-Centrum scoort veruit het laagst (4,7) en ook in Zuid, Dukenburg en Lindenholt scoren beneden het gemiddelde. Inwoners van Nijmegen-Noord zijn sinds 2015 positiever geworden over het sociale klimaat in hun omgeving (van 6,2 in 2015 naar 6,6 in 2017), terwijl dit in het Centrum terugloopt (van 5,1 in 2015 naar 4,7 in 2017).
Het oordeel van Nijmegenaren over het samenleven in de wijk tussen bewoners met een migrantenachtergrond en andere bewoners is de afgelopen jaren verslechterd (49% ‘goed’ en 7% ‘slecht’ in 2017 tegenover 59% ‘goed’ en 7% ‘slecht’ in 2013).