Percentage huishoudens onder lage-inkomensgrens in 2017 weer licht gestegen
Door de economische crisis nam het percentage Nijmeegse huishoudens onder de lage-inkomensgrens (met kans op armoede) toe tot 13,4% in 2013. Daarna is dit percentage licht gaan dalen, tot 12,1% in 2016, met in 2017 weer een kleine stijging (naar 12,5%). Studentenhuishoudens en bewoners van instellingen, inrichtingen en tehuizen worden bij de berekening van het aandeel huishoudens onder de lage-inkomensgrens buiten beschouwing gelaten. In enkele benchmarksteden is dat aandeel onder de lage-inkomensgrens groter dan in Nijmegen (Groningen en Arnhem), en in drie benchmarksteden kleiner (Eindhoven Leiden en Tilburg).
Het aandeel huishoudens dat langdurig (minstens 4 jaar) een inkomen onder de lage-inkomensgrens heeft, is sinds 2014 licht aan het stijgen, van 4,5% in 2014 naar 5,7 in 2017.
Figuur: Percentage huishoudens (langdurig) onder de lage-inkomensgrens. Bron: CBS.
De Burgerpeiling laat een wat gunstiger beeld zien dan de statistieken. In 2013 gaf 11% van de zelfstandige huishoudens aan dat de financiële situatie van het huishouden slecht was; in 2017 is dat 6%. En in tegenstelling tot in 2013 en 2015 is in 2017 de groep, die aangeeft dat de financiële situatie in de voorgaande twee jaar verbeterd is (25%), groter dan de groep voor wie verslechtering is opgetreden (19%).
Vooral in Dukenburg, Nijmegen-West en Hatert wonen relatief veel huishoudens met een laag inkomen (20 tot 30% heeft inkomen tot 110% van het sociaal minimum). Verder is het aandeel met een laag inkomen relatief groot onder jongeren, alleenstaanden en eenoudergezinnen.
Daling aantal bijstandsgerechtigden
Na een daling van het aantal bijstandsuitkeringen in de periode 2006-2010 steeg het aantal uitkeringen in Nijmegen gestaag tot juni 2017. Toen bedroeg het aantal uitkeringen, inclusief IOAW en tehuizen/instellingen circa 7.900. Het laatste half jaar van 2017 is er voor het eerst sinds lange tijd een kleine daling in het aantal uitkeringen te zien, gevolgd door een verdere daling naar 7.400 eind 2018. De daling van het aantal bijstandsuitkeringen is ook elders in Nederland te zien. De terugloop in Nijmegen is iets kleiner dan gemiddeld in Nederland.
De daling van de werkloosheid zette eerder in (2014) dan die van het aantal bijstandsgerechtigden. Verklaringen daarvoor zijn onder meer de vestiging van statushouders, van wie er veel beroep kunnen doen op een bijstandsuitkering, en veranderingen in de Wajong-regelingen, waardoor jongeren minder in aanmerking komen voor Wajong en dan in de bijstand terechtkomen. Verder is in de instroom in de bijstand het aandeel mensen dat moeilijker uitstroomt toegenomen (ouderen, statushouders).
In 2017 en 2018 is de uitstroom uit de bijstand toegenomen tot circa 2.000 per jaar. De belangrijkste reden is het vinden van werk, goed voor bijna de helft van de beëindigingen van de bijstandsuitkeringen.
Enkele huishoudensvormen zijn sterk vertegenwoordigd onder de bijstandsgerechtigden: alleenstaande moeders, alleenstaande oudere vrouwen en jonge alleenstaande mannen. Een deel van de bijstandsuitkeringen gaat naar een grote, vaste kern: ruim 40% van de uitkeringen loopt langer dan 5 jaar. In Nijmegen zijn er relatief wat meer bijstandsgerechtigden dan gemiddeld in de benchmarksteden. Wel is het percentage bijstandsgerechtigden in Nijmegen lager dan in Arnhem, Groningen en Enschede.
Circa 15% huishoudens maakt gebruik van inkomensondersteunende maatregelen
Voor huishoudens met een laag inkomen zijn er diverse gemeentelijke regelingen voor inkomensondersteuning (onder meer individuele inkomenstoeslag, individuele bijzondere bijstand, kinderfonds, Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering en kwijtschelding lokale belastingen). Van alle zelfstandige wonende huishoudens in Nijmegen maakte in 2017 zo'n 15% gebruik van één of meer van bovengenoemde regelingen voor inkomensondersteuning. Dit percentage is tamelijk stabiel. Onder de mensen met een bijstandsuitkering is dat aandeel vanzelfsprekend veel hoger: meer dan 80%. Andersom is het echter zeker niet zo dat deze regelingen vooral door huishoudens in de bijstand gebruikt worden. Bijna de helft van de gebruikers van deze regelingen had een bijstandsuitkering, ruim 20% leeft van OAW/pensioen en 30% van inkomens uit arbeid of een andere uitkering dan bijstand.
Het Nibud heeft in 2017 berekend in hoeverre minimahuishoudens in Nijmegen, wanneer zij gebruik van de bestaande gemeentelijke en landelijke inkomensregelingen, voldoende budget hebben om van te leven. Daaruit bleek dat voor alle voorbeeldhuishoudens het totale inkomen voldoende was voor het vervullen van de basisbehoeften (noodzakelijke uitgaven).