Lichte verbetering ervaren gezondheid
Van de Nijmeegse volwassenen voelt 78% zich goed gezond; 8% voelt zich matig of slecht gezond (Burgerpeiling 2017). In vergelijking met 2015 (76% goed gezond) is dat een lichte verbetering. Ook onderzoek van de GGD (Gezondheidsmonitor 2012 en 2016) laat een lichte groei zien van het aandeel Nijmegenaren dat zich gezond voelt. Het aandeel rokers is afgenomen en er wordt meer groente en fruit gegeten. Voor overgewicht en alcoholgebruik is het beeld vrij stabiel. Een negatieve ontwikkeling is de lichte stijging van het aandeel volwassen Nijmegenaren met een hoog risico op een angststoornis of depressie (van 6% naar 8%).
De Burgerpeiling 2017 laat zien dat de sportdeelname nog iets verder toegenomen is, na de forse stijging in de periode 2009-2013: 79% sport minstens twaalf keer per jaar (was 76% in 2015). Circa 60% sport wekelijks (Gezondheidsmonitor GGD). Ten opzichte van de benchmarksteden zijn er in Nijmegen veel volwassenen die wekelijks sporten (55% gemiddeld voor de benchmarksteden). Voor het percentage dat voldoet aan de norm gezond bewegen is het verschil kleiner (66% in Nijmegen versus 65% gemiddeld in de benchmarksteden). Verder is in Nijmegen het aandeel volwassenen met overgewicht (39%) lager dan gemiddeld in de benchmarksteden (43%), maar nog wel aanzienlijk; 1 op de 10 volwassenen Nijmegenaren heeft ernstig overgewicht en 3 op de 10 matig overgewicht.
In 2017 geeft ruim negentig procent van de Nijmegenaren aan goed voor zichzelf te kunnen zorgen. Dat is vergelijkbaar met het beeld voor de jaren daarvoor. Onder de 75-plussers is dit percentage lager (73%). En dat geldt ook voor de Nijmegenaren met een niet-westerse migrantenachtergrond (84%).
Toename eenzaamheid
Onderzoek van de GGD (Gezondheidsmonitor 2016) laat een groei zien van het percentage volwassenen dat (zeer) ernstig eenzaam is, van 7% in 2012 naar 12% in 2016. Deze stijging geldt voor de leeftijdscategorieën tot 65 jaar. In de leeftijdscategorieën 35-49 en 50-64 jaar is het aandeel ernstig eenzamen nu het hoogst (circa 15%). Bij de 65-plussers is dit aandeel weinig veranderd (circa 12%). Er zijn flinke gebiedsverschillen op dit punt: in Lindenholt, Dukenburg, Zuid en Nieuw-West ligt het aandeel ernstig eenzamen tussen de 15 en 22%, in de overige stadsdelen tussen de 7 en 9%.
Ten opzicht van 2012 geven in 2016 meer volwassenen aan vaak het gevoel te hebben buiten de samenleving te staan (gestegen van 3% in 2012 naar 7% in 2016; komt meer voor bij laag en middelbaar opgeleiden). Deze stijging geldt voor alle leeftijdscategorieën, behalve de 65-74-jarigen. Ook is het aandeel waarbij sociale uitsluiting speelt, licht toegenomen (van 5 naar 7%).
In de Burgerpeiling 2017 geeft 9% aan dat men te weinig contacten heeft (was 6% in 2013). Bij de Nijmegenaren van niet-westerse afkomst is dit aandeel hoger (21%; was 11% in 2013). Opvallend in dit verband is dat het oordeel van Nijmegenaren over het samenleven in de wijk tussen bewoners met een migrantenachtergrond en de andere bewoners in de buurt in de afgelopen jaren verslechterd is (49% ‘goed’ en 7% ‘slecht’ in 2017 tegenover 59% ‘goed’ en 7% ‘slecht’ in 2013).
Aantal meldingen van overlast door verwarde personen gestegen
In de periode 2013-2016 nam het aantal meldingen bij de politie van overlast door verwarde personen flink toe (van 729 in 2013 naar 1.288 in 2016). In 2017 nam het aantal meldingen af (1.005), maar in 2018 was er weer sprake van een toename (1.202). Achter de meldingen gaan verschillende soorten problematiek schuil (onder meer psychische stoornissen, dementie, relatieproblemen en verstandelijke beperkingen).
Verschillen naar sociaaleconomische status
Gegevens uit de Burgerpeiling laten zien dat personen met een lagere sociaaleconomische status zich veel minder vaak goed gezond voelen en vaker afhankelijk zijn van mantelzorg. Veel vaker geven ze aan dat de financiële situatie van het huishouden slecht is en de sport- en cultuurdeelname is lager. Op enkele andere vlakken is het beeld andersom; personen met een lagere sociaaleconomische status bezoeken vaker een wijkcentrum en zetten zich in de vrije tijd meer voor anderen in.
sociaaleconomische status: | lager | midden | hoger |
---|---|---|---|
sport minstens 12 keer per jaar (2017) (in %) | 65 | 81 | 90 |
lid van een sportvereniging (2017) (in %) | 20 | 28 | 32 |
sport bij een commercieel fitness-/sportcentrum (2017) (in %) | 19 | 35 | 39 |
sport met een informele sportgroep (2017) (in %) | 13 | 15 | 17 |
sport ongeorganiseerd (2017) (in %) | 44 | 53 | 61 |
maakt gebruik van bibliotheek (2015) (in %) | 26 | 35 | 41 |
bezoekt culturele podia in de stad (2015) (in %) | 40 | 72 | 80 |
bezoekt maandelijks of wekelijks culturele voorstellingen (2015) (in %) | 13 | 38 | 47 |
in vrije tijd bezig met kunstzinnige activiteiten (2015) (in %) | 33 | 51 | 51 |
neemt in vrije tijd deel aan kunsteducatie (2015) (in %) | 6 | 8 | 12 |
bezoekt maandelijks of wekelijks een wijkcentrum (2017) (in %) | 19 | 13 | 12 |
zet zich in vrije tijd in voor organisaties (2017) (in %) | 25 | 28 | 25 |
zet zich in vrije tijd in voor anderen (2017) (in %) | 21 | 18 | 15 |
zet zich in vrije tijd in voor woonbuurt (2017) (in %) | 29 | 31 | 29 |
geeft aan voldoende contacten te hebben (2017) (in %) | 73 | 75 | 78 |
voelt zich goed gezond (2017) (in %) | 61 | 81 | 89 |
ontvangt mantelzorg (2017) (in %) | 6 | 2 | 1 |
ontvangt geen mantelzorg, heeft er wel behoefte aan (2017) (in %) | 3 | <1 | <1 |
financiële situatie van huishouden is goed (2017) (in %) | 35 | 53 | 86 |
financiële situatie van huishouden is slecht (2017) (in %) | 13 | 5 | <1 |
Figuur: Diverse uitkomsten Burgerpeiling naar sociaaleconomische status. Bron: Burgerpeiling 2015 en 2017, O&S.