Hoe ontwikkelen de Nijmeegse woonwijken zich?
Woonwijken zijn soms net mammoettankers. Ze zijn niet snel uit koers te brengen en liggen meestal stabiel in het water. Woningen gaan lang mee, wijken kennen een soort vaste levenscyclus van vestiging van nieuwe bewoners tot uitstroom van senioren. Toch zijn er in al deze vastigheid patronen en ontwikkelingen zichtbaar. Soms gaat het ineens snel.
Wat zijn de belangrijkste wijkontwikkelingen in Nijmegen?
- Nijmegen-Oud-West blijft in opkomst door stedelijke vernieuwing;
- Nijmegen-Noord is sterk en hoort er bij;
- positieve signalen over onze 60’er jaren-aandachtsgebieden;
- woon- en leefklimaat in Dukenburg en Nijmegen-Centrum komen in de gevarenzone;
- er is een zekere nivellering zichtbaar tussen de diverse woonwijken.
Figuur: Ontwikkeling (2016-2018) en totaalbeeld (2018) woon- en leefmilieu Nijmeegse woonwijken.
Leeswijzer: negatieve tot positieve ontwikkeling op de horizontale as; sterk bovengemiddeld tot sterk beneden gemiddeld totaalbeeld op verticale as.
Nijmegen-Oud-West blijft in opkomst door stedelijke vernieuwing
In de wijken Biezen en (in mindere mate) Wolfskuil zorgen herstructurering van de woningvoorraad voor instroom van nieuwe groepen bewoners en een gelijkmatiger verdeling van kansrijk en kansarm. Er is geïnvesteerd in openbare ruimte, groenvoorzieningen en sociale infrastructuur. Daarnaast gaat de Waaloever steeds meer bij de woonomgeving horen. En ook de nabijheid van station en stadscentrum, nieuwe levendigheid rond oude industriële gebouwen (waardoor o.a. het gebiedsimago veranderd) en bijvoorbeeld nieuwe fietsroutes maken dit een gebied in opkomst. De reputatie op de (regionale) woningmarkt is verbeterd, wat succesvolle huishoudens kan aantrekken. Ook de oorspronkelijke bewoners kunnen profiteren van nieuwe netwerken, voorzieningen en het verbeterde wijkimago.
Het woon- en leefklimaat verbeterde hier de afgelopen jaren. In wijkmonitor-termen schoven Biezen (in 2014) en Wolfskuil (in 2016) op van een beneden gemiddelde naar een gemiddelde waardering. En er blijven positieve ontwikkelingen zichtbaar. Indicaties voor de gunstige trends in Biezen en Wolfskuil zijn de vastgoedwaarde van woningen en positieve oordelen over de wijkontwikkeling van bewoners, wijkprofessionals en leefbaarometer. Bewoners geven als belangrijkste redenen voor het vooruitgaan van de buurt de nieuwbouw en renovaties (woningen, openbare ruimte, groen), verbeteringen van het voorzieningenniveau, de instroom van andere mensen en buren, meer betrokkenheid van wijkbewoners en meer buurtactiviteiten.
Nijmegen-Noord is sterk en hoort er bij
De bevolking in de wijken Lent en Oosterhout is weliswaar gemêleerder geworden, maar bewoners met een lage sociaaleconomische status zien we hier niet veel. De financiële basis van veel huishoudens in Nijmegen-Noord is sterk, er zijn op wijkniveau weinig aandachtspunten op het gebied van gezondheid of onderwijsprestaties.
Veel Nijmegenaren maakten de afgelopen jaren kennis met het gebied door een bezoek aan (of berichten over) de Spiegelwaal, Veur-Lent en de nieuwe wijken. Mede daardoor is Nijmegen-Noord voor hen gaan leven. Daarnaast zijn er steeds meer sociale verbindingen ‘over de Waal’ ontstaan. Een behoorlijk deel van de bewoners in de nieuwe leefgemeenschappen in Lent, Oosterhout en sinds kort ook Ressen heeft wortels in de oude stad.
Oriëntatie op Nijmegen blijft voor zowel Lent als Oosterhout een thema. De nabijheid zorgt aan de ene kant voor aantrekkingskracht; rustig wonen met het stadscentrum in de buurt. Aan de andere kant is het de vraag in hoeverre de buurt- en wijkvoorzieningen in Nijmegen-Noord kunnen voorzien in de behoefte van mensen die belang hechten aan een ‘stadse’ levensstijl. En in hoeverre de rivier een letterlijke of figuurlijke barrière zal vormen.
Positieve signalen over 60’er jaren-aandachtsgebieden
Hatert liet in de periode 2008-2015 volgens wijkprofessionals een soort tussensprint zien, een positieve flow waardoor bepaalde imagokwesties zijn verdwenen. Daarna bleef Hatert stabiel, waarbij het gebied geregeld fungeert als een soort startwijk. ‘Sociale stijgers’ vertrekken vaak weer, lang zittende bewoners blijven. Nieuwbouwprojecten geven inmiddels wel nieuwe doorstromingsmogelijkheden binnen de wijk.
In Neerbosch-Oost zijn er al geruime tijd positieve wijkontwikkelingen zichtbaar. Vastgoedwaarden hebben zich relatief gunstig ontwikkeld. De leefbaarometer toont in de periode 2012 - 2016 vooruitgang. Bewoners die de buurt vooruit vinden gaan noemen zaken als verbeteringen aan het groen(onderhoud), woningrenovaties, een nettere en schonere buurt, meer betrokkenheid en sociale controle en een gunstiger veiligheidssituatie. Wijkprofessionals wijzen op het terugdringen van jongerenoverlast, een verbeterd veiligheidsbeeld, investeringen in het woningbestand door de corporatie(s) en verbeteringen in de openbare ruimte.
Woon- en leefklimaat in Dukenburg in gevarenzone?
Landelijk is er veel aandacht voor het afglijden van grote 60’er, 70’er en 80’er jaren-wijken. In Nijmegen zijn er in dit verband al langer zorgen over Dukenburg, Lindenholt, Hatert en Neerbosch-Oost. Uit onze wijkmonitoring komen momenteel vooral negatieve ontwikkelingen rond het woon- en leefklimaat in Dukenburg en Nijmegen-Centrum naar voren.
In Dukenburg geven opvallend veel bewoners aan dat hun buurt achteruit gaat. De belangrijkste redenen hiervoor zijn volgens hen verpaupering en vervuiling van de openbare ruimte, veiligheid (vandalisme, drugs, criminaliteit, agressie) en de buurtsfeer (lage betrokkenheid, slechte relaties met buren of buurtgenoten). Ook de onderhoudstoestand van groen en verhardingen en het voorzieningenniveau (vooral in Weezenhof, Meijhorst en Zwanenveld) zijn genoemd.
Wijkprofessionals zien vooral risico’s en achteruitgang in de wijken Meijhorst, Tolhuis en Zwanenveld, onder andere:
- Toegenomen overlast, leefbaarheids- en veiligheidsproblemen in bepaalde deelgebieden.
- Vervuiling en verrommeling van de openbare ruimte, afvaldumpingen, verpaupering van voortuinen. Ook onderhoudsachterstanden van verhardingen.
- Aan armoede gerelateerde criminaliteit als thuisprostitutie en jeugdproblematiek.
Achtergronden daarbij zijn:
- Geringe sociale cohesie en buurtparticipatie van bewoners, lage tolerantie voor elkaar en elkaars levensstijl.
- Aanwezigheid van bijzonder kwetsbare huishoudens met gezinsproblemen, verslavingen en andere achter-de-voordeur problematiek.
- Ontmoetingsfuncties als moskee en Ontmoetingskerk verliezen aan betekenis voor de wijk.
- Uitblijven van ontwikkelingen rond winkelcentra, aanwezigheid van enkele grote, braakliggende terreinen.
De marktwaarde van woningen in Dukenburg ontwikkelt zich minder gunstig. Het herstel dat we elders zien in Nijmegen blijft hier achter (Malvert en Weezenhof uitgezonderd). Het woon- en leefklimaat in Tolhuis is in de Nijmeegse wijkmonitor lager beoordeeld dan in 2016 (Malvert overigens hoger). Daarmee blijven de Dukenburgse wijken Aldenhof, Meijhorst, Tolhuis en Zwanenveld duidelijk achter binnen de Nijmeegse context.
Woonklimaat Nijmegen-Centrum onder druk
De wijken Stadscentrum en Benedenstad vormen een multifunctioneel gebied waar allerlei stedelijke functies elkaar versterken en ook beconcurreren. Het is steeds meer een gebied voor evenementen, uitgaan en vertier. De woonfunctie staat daardoor onder druk, wat zou kunnen leiden tot selectieve verhuizingen van kansrijke groepen.
Wijkprofessionals beschrijven diverse risico’s voor de leefbaarheid zoals een toenemend aantal horecavestigingen op meerdere locaties, verloedering van bepaalde deelgebieden, doorgaande verkamering, en blijvende overlast van zwervers en verwarde personen. Hierdoor kan het woonmilieu afglijden.
Ondanks nieuwbouw en verbeteringen in de openbare ruimte is de waardering voor de woonbuurt bij bewoners teruggelopen (in tegenstelling tot een gemiddelde verbetering in Nijmegen, nog wel een ruime voldoende in Nijmegen-Centrum) en zijn zij kritischer over de ontwikkeling die hun wijk doormaakt. Prioriteiten van bewoners en vermelde redenen voor achteruitgang van de buurt hangen vaak samen met de centrumfuncties als horeca, evenementen en bewinkeling. Denk aan overlastsituaties (lawaai, horeca, verkeersveiligheid, parkeren, hangjongeren) en veiligheidsproblematiek (drugs, zwervers).
Het valt wijkprofessionals op dat er weinig collectiviteit en samenhang tussen bewoners in Nijmegen-Centrum is. Het gaat vaak om alleenstaanden, stellen, studenten in kleine woningen.
Worden de verschillen tussen wijken kleiner?
Een trend die we al langer zien in de Nijmeegse wijkmonitoring is dat wijken met uiteenlopende posities op de woningmarkt niet sterker van elkaar gaan verschillen, maar eerder naar elkaar toe lijken te groeien. Dat sluit aan bij een landelijk beeld waarbij probleemgebieden het relatief goed doen en (een deel van) de betere wijken zich enigszins ongunstig ontwikkelen.
In elk geval zien we in Nijmegen bepaalde aandachtsgebieden en wijken uit de lagere segmenten zich positief ontwikkelen. Zoals al gezegd schoven Biezen (in 2014) en Wolfskuil (2016), maar ook Malvert (2018), Nije Veld (2016) en Lankforst (2014) op van een beneden gemiddelde naar een gemiddelde waardering van het woon- en leefklimaat. Daarnaast zien we enkele wijken uit de sterkere delen van de woningmarkt lager scoren: Altrade, St. Anna en Bottendaal (in 2014 naar gemiddeld). Overigens zonder dat hier sprake is van opvallende negatieve trends in woonomgeving of leefbaarheid.