Deze module behandelt het gebruik van Wmo-voorzieningen. Onderwerpen die de revue passeren zijn de aantallen cliënten, hun kenmerken en gegevens over aanbieders en verwijzers. Daarnaast volgen bevindingen uit de cliëntervaringsonderzoeken en gegevens over de kosten voor de gemeente.
Aantallen cliënten Wmo (exclusief beschermd wonen)
Voor de Wmo kunnen we de ontwikkeling van de aantallen cliënten in beeld brengen voor 2017 en 2018. Het totaal aantal cliënten voor maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo (exclusief beschermd wonen) is in deze twee jaar licht toegenomen van ongeveer 11650 over heel 2017 naar 11850 over heel 2018.
Het actuele aantal cliënten op een bepaald peilmoment is logischerwijs altijd wat minder. Zo was het aantal actuele cliënten met een openstaande indicatie in december 2018 iets meer dan 10.000.
Figuur: Unieke cliënten Wmo excl. beschermd wonen
Uitsplitsing naar zorgsoort
De aantallen cliënten hulpmiddelen (rolstoelen, vervoer en woonvoorzieningen) zijn het grootst (meer dan 5600 in het vierde kwartaal 2018, zie figuur). ). Met name gaat het om cliënten die gebruik maken van taxivoorzieningen (circa 3000), rolstoelen (1700), scootmobielen (1450) of vervoerskostenregeling (800).
Daarna volgen de cliëntenaantallen voor huishoudelijke hulp (bijna 4500) en ondersteuning (ambulante begeleiding en dagbesteding, samen ruim 3000). Het aantal Nijmegenaren dat een beschikking heeft voor maatschappelijke opvang (24uursopvang, crisisopvang) zorg met verblijf is in elk kwartaal ongeveer 400.
Het totaal van de vier onderscheiden zorgsoorten is hoger dan 11.850 omdat een aanzienlijke groep van meerdere soorten voorzieningen gebruik maakt. Bij de 11.850 gaat het dus om unieke cliënten.
Figuur: Unieke cliënten Wmo excl. beschermd wonen naar zorgsoort
De volgende figuur toont een verdere uitsplitsing van de voorzieningen naar zogenaamde productcategorie (landelijke rubricering). Huishoudelijke hulp en vervoervoorzieningen laten daarbij met afstand de grootste cliëntenaantallen zien, gevolgd door begeleiding en woonvoorzieningen, en vervolgens rolstoelen en dagbesteding.
Figuur: Aantal cliënten Wmo 2018 (excl. beschermd wonen) naar productcategorie
In 2018 is er binnen de huishoudelijke hulp sprake geweest van een omvangrijke afname van het aantal cliënten met een pgb (een afname van meer dan 2000 tot ongeveer 600), met name veroorzaakt door voldoende goed aanbod van zorg in natura en ook door meer controle op de uitvoering van dePGB. Bij de vervoervoorzieningen was er een flinke stijging (met 500) van het aantal taxicliënten. In 2018 is binnen de zorgsoort ondersteuning het aantal cliënten met reguliere begeleiding met ruim een kwart toegenomen naar bijna 1900. Daarentegen is het aantal cliënten dat in 2018 specialistische begeleiding ontving gelijk gebleven (iets meer dan 2000). In 2017 was er bij deze voorziening nog een flinke stijging.
Spreiding cliënten over de stad
In absolute zin zijn Zuid (met daarbinnen Hatert), Dukenburg en Oost de stadsdelen met de meeste cliënten. In relatieve zin, d.w.z. gecorrigeerd naar het aantal inwoners per stadsdeel, zijn dat Hatert (ca. 14% van de volwassen bevolking), gevolgd door (rest)Zuid, Nieuw-West en Dukenburg (ca. 10-11%).
Binnen de stadsdelen vallen vooral de volgende wijken op met grote aantallen Wmocliënten: Hatert, Neerbosch-Oost en Biezen, met resp. ongeveer 1200, 800 en 700 cliënten.
Figuur: Cliënten Wmo 2018 naar stadsdeel, absoluut aantal en als aandeel bevolking vanaf 18 jaar
Figuur: Aantal cliënten Wmo 2018 per wijk
Cliëntengroepen binnen de Wmo
Ongeveer de helft van de Wmovoorzieningen in 2018 is afgenomen door de categorieën vanaf 65 jaar: 16% door de 65- tot 74-jarigen, 21% door de 75- tot 84jarigen en 14% door 85 en ouder. Bij deze groepen gaat het vooral om huishoudelijke hulp en iets minder mate hulpmiddelen. Bijna tweederde van de cliënten vanaf 65 jaar is man, het aandeel van niet-westerse komaf is beperkt (10%).
De leeftijdscategorieën tot 65 jaar betrekken het leeuwendeel van de hulp uit de zorgsoort ondersteuning (begeleiding en dagbesteding). Hier is er geen verschil tussen het aandeel mannen en vrouwen (elk 50%), terwijl het aandeel cliënten van niet-westerse herkomst wat groter is (20%).
Verwijzers en aanbieders Wmo
Wmo-voorzieningen worden in principe aangevraagd via de Sociale Wijkteams. Voor een zeer beperkt deel komen ze ook van de kant van regieteams of veiligheidshuis. Begin 2019 waren er zo’n 85 aanbieders bekend voor de diverse arrangementen. De qua cliëntenaantallen twee grootste (samen 3000) betreffen vervoer en huishoudelijke hulp. Daarop volgen 18 aanbieders, verspreid over verschillende zorgsoorten, die elk 100 tot meer dan 500 cliënten bedienen en samen goed zijn voor 53% van de cliënten. De helft van de 85 aanbieders heeft 15 of minder cliënten.
Beschermd wonen
Het aantal cliënten Beschermd Wonen over 2017 bedroeg nagenoeg 1450. In 2018 is dit toegenomen naar 1500 (waarvan 800 inwoners van Nijmegen). Het actueel aantal cliënten in een maand schommelt steeds tussen 1250 en 1300. In de eerste helft van 2018 was dit aantal iets hoger.
Figuur: Unieke cliënten Wmo 2018 beschermd wonen
Zo’n 10 tot 20% van de cliënten beschermd wonen ontvangen voor danwel na hun verblijfsarrangement ook andere op deze groep gerichte ondersteuning in de vorm van begeleiding, dagbesteding of vervoer. Een kleine groep krijgt meer specifieke voorzieningen als “verblijf met perspectief” en “volledig pakket thuis” ter vervanging van het intramurale pakket.
De stadsdelen waar de instellingen de meeste huisvesting bieden zijn Midden, Centrum en Oost (elk 225 tot 250 cliënten) en vervolgens Nieuw-West (bijna 150). Samen gaat het om ongeveer 800 Nijmeegse cliënten. Het aantal regionale cliënten waarvoor Nijmegen de zorg coördineert is circa 700.
Tweederde van de Nijmeegse beschermd wonen cliënten over 2018 is man. De grootste groep bevindt zich in de leeftijdsklassen tussen 27 en 64 jaar (iets minder dan 60%). Een derde behoort tot de jongere leeftijdsgroepen daaronder.
De indicaties voor beschermd wonen worden gesteld vanuit de GGD, in principe na verwijzing vanuit de sociale wijkteams. Ongeveer 20% van de 1200 cliënten op 1 januari 2019 (Nijmeegs + uit de regiogemeenten) heeft een PGB. De cliënten met zorg in natura zijn voor resp. 60% en 20% gehuisvest bij twee grote instellingen. Zes instellingen verzorgen elk 15 tot 40 cliënten. De overige 20 instellingen hebben bijna allemaal 4 of minder cliënten uit de Nimeegse regio in zorg.
Cliëntervaringsonderzoeken Wmo
Twee soorten tevredenheid worden onderzocht in de jaarlijkse cliëntervaringsonderzoeken: de tevredenheid met het regelen van de ondersteuning en die met de kwaliteit ervan: tevredenheid met het regelen van de ondersteuning en tevredenheid met de kwaliteit van de ondersteuning.
De cliëntervaringsonderzoeken uit de afgelopen drie jaar laten zien dat een ruime meerderheid (60 tot meer dan 70%) tevreden is met de wijze waarop de Wmohulp (voor maatwerkvoorzieningen) geregeld moest worden. Het serieus nemen van de cliënt komt er nog het beste uit, de bekendheid met waar men met de hulpvraag naar toe kan en de snelheid waarmee men werd geholpen blijven in waardering iets achter. Het rapportcijfer voor het regelen van de hulp was in 2018 een 7. Relatief iets minder tevreden hierover zijn cliënten begeleiding en beschermd wonen. Uit de opmerkingen in de enquête blijken de deskundigheid van de consulent een aandachtspunt, alsmede de hoeveelheid hulp een aandachtspunt; sommige cliënten zouden meer ondersteuning willen. Daarnaast vragen cliënten om aandacht voor de kwaliteit van de communicatie een informatie snelheid en een kortere wachttijd voor een (keukentafel)gesprek.
De beoordeling van de kwaliteit van de verkregen ondersteuning valt nog iets beter uit. Meer dan 70% is positief of zeer positief over de diverse gemeten aspecten, met als hoogste score de: bijna 78% die aangeeft aan dat men zich met de hulp beter kan redden. In 2017 was dit ook de hoogste score (80%). Verder is het overall rapportcijfer in 2018 weer terug op het niveau van 2016 (7,7).
Verder blijkt uit de resultaten dat de tevredenheid ook nu bij cliënten beschermd wonen wat achter blijft.
Aandachtspunten die uit de opmerkingen van respondenten naar voren komen zijn het wisselen van hulpverleners (net als een jaar eerder) en onvoldoende zijn van de hulp.
Figuur: % tevredenheid regelen ondersteuning Wmo (rapportage CEO)
Figuur: % tevredenheid kwaliteit ondersteuning Wmo (rapportage CEO)
Kosten Wmo
Op basis van de beschikbare gegevens uit de gemeentelijke administratie zijn benaderingen te maken van de kosten. Zo bedroegen in 2018 de totale jaarlijkse kosten voor Wmo-maatwerkvoorzieningen circa 86 miljoen euro. Verreweg de grootste kostenpost wordt gevormd door de arrangementen voor beschermd wonen). Voor circa 1000 cliënten (waarvan ruim de helft Nijmeegse en waaronder ook cliënten maatschappelijke opvang) ) zijn in 2018 betalingen verricht voor ongeveer 55 miljoen euro. Daarna volgt de (ambulante) ondersteuning met ruim 16 miljoen euro. Hieronder vallen begeleiding en dagbesteding. De huishoudelijke hulp en hulpmiddelen (vervoer, rolstoelen, woonvoorzieningen) komen daar achter met resp. 10,5 en 4 miljoen euro, voor cliëntengroepen van elk ruim 2500 tot meer dan 4000 personen. Deze cliëntenaantallen zijn wat lager dan eerder vermeld. Daarbij ging het om cliënten die een beschikking voor een voorziening hadden gekregen. In de praktijk wordt een (soms flink) deel van de beschikkingen niet verzilverd.
De gemiddelde kosten per cliënt zijn verreweg het hoogst bij beschermd wonen (circa 55.000€), en vervolgens bij ondersteuning (ruim 5000€). Herhaald moet worden dat het bij dit alles om schattingen gaat op basis van de (best) beschikbare data.
Figuur: Indicatie kosten Wmo over 2018