De 10 sociale wijkteams hebben de afgelopen jaren een grote toeloop gehad, in 2017 aanmerkelijk groter was dan in 2016 en in 2018 op het peil van 2017 is gebleven. Niettemin waren de teams in de laatste Burgerpeiling (najaar 2017) nog bij meer dan de helft van de bevolking onbekend, hetgeen ook geldt voor de Stips (steunpunten voor advies en informatie). Uit die peiling blijkt verder dat van degenen die van sociale wijkteams en Stips hulp hebben gehad daar tweederde tevreden of zeer tevreden over was.
Stips en sociale wijkteams in alle stadsdelen
De eerste sociale wijkteams in Nijmegen zijn in 2012 van start gegaan. Sinds begin 2015 zijn voor alle stadsdelen in totaal 10 sociale wijkteams werkzaam. Organisatorisch zijn de teams ondergebracht bij de Nijmeegse Instelling voor Maatschappelijk Werk (NIM, inmiddels Sterker sociaal werk)). De sociale wijkteams vormen de spil van het Nijmeegse sociale beleid en van de wijkpilots. Het principe van een SWT is dat werkers vanuit verschillende disciplines de zorg- en welzijnstaken in een wijk oppakken, daarbij zelf- en samenredzaamheid van hulpvragers stimuleren en waar nodig verbindingen leggen tussen cliënten en zorg- en hulpinstellingen.
Sinds 1 januari 2015 vervullen de sociale wijkteams daarnaast een functie als toeleider voor alle Wmo-maatwerkvoorzieningen (oude en nieuwe stijl) en voor de individuele jeugdhulpvoorzieningen.
In elk van de wijkteamgebieden is bovendien een “Stip” gevestigd. De Stips zijn steunpunten voor informatie en advies in de wijk, bijvoorbeeld over wonen, inkomen, zorg en opvoeding, wijkactiviteiten en vrijwilligerswerk.
De registratie van de Sociale Wijkteams is ondergebracht in het zogenaamde WIZportaal, in beheer bij Sterker sociaal werk. Van alle casussen worden daarin de gegevens en voortgang vastgelegd.
De registratie op de Stips beperkt zich tot tellingen van bezoekersaantallen, mar deze zijn onvolledig en niet gesystematiseerd.
Volgens het WIZportaalbestand per begin februari 2019 zijn sinds de start van de wijkteams ongeveer 40.000 aanmeldingen geregistreerd. Uit de gegevens valt af te leiden dat het daarbij gaat om zo’n 19.000 tot 20.000 verschillende unieke personen.
Het aantal aanmeldingen per jaar heeft zich in 2018 voor het eerst gestabiliseerd. Eerder was het gestegen van circa 4000 in 2015 naar 7800 in 2016 en vervolgens zo’n 9950 in 2017. In 2018 is dit aantal licht toegenomen naar iets meer dan 10.000.
De stabilisering is ook te zien in figuur 14 met daarin de ontwikkeling van de aantallen aanmeldingen voor de sociale wijkteams per maand. De twee bovenste grafieklijnen, voor 2017 en 2018 liggen daarin dicht tegen elkaar.
Figuur: Ontwikkeling aantal aanmeldingen sociale wijkteams per maand (WIZportaal)
Dukenburg blijft het wijkteamgebied met het grootste aantal cliënten (voor 2016-17-18 samen bijna 5000 aanmeldingen), gevolgd door Oost en Nieuw-West (resp. 4000 en 3200), zie de eerste figuur. Ten opzichte van 2017 was er in enkele stadsdelen een toename, het sterkst in Centrum, Noord en Nieuw-West nog het sterkst (8 tot 13% meer). In Hatert liep het aantal aanmeldingen met 8% terug. Herleiden we de aanmeldingen tot unieke personen, dan is te zien (tweede figuur) dat Hatert het gebied is met het grootste aandeel cliënten over 2016 tot en met 2018 (bijna 16% van de bevolking). Daarna volgt Dukenburg (ruim 12,5%). In Noord, Centrum en Oost zijn deze percentages het laagst (4,5 tot 6,5%).
Uit de aantallen aanmeldingen kan worden afgeleid dat de betekenis van de teams als toegangspoort voor ondersteuning en zorg aan sterkt niets inboet. Ook nu geldt dat dit met name geldt dit voor de maatwerkvoorzieningen Wmo (excl. beschermd wonen dat vooral via de GGD gaat) en in mindere mate de jeugdhulp.
Figuur: Ontwikkeling aantallen aanmeldingen per sociaal wijkteam (WIZportaal)
Figuur: Totaal aantal unieke cliënten 2016-2018 per sociaal wijkteam (WIZportaal)
Verreweg de meeste aanmeldingen hebben te maken met Wmo-voorzieningen. Van de 10.000 aanmeldingen in 2018 ging het bij meer dan 4500 om aanvragen voor vorozieningen uitn de klassieke Wmo (huishoudelijke hulp, woonvoorzieningen, rolstoelen, vervoer) en om 3500 aanmeldingen m.b.t. de (sinds 2015) nieuwe Wmo (begeleidng en dagbesteding). Bij circa 2500 gevallen betrof het ondersteuning vanuit de jeugdwet.
Verder betrof nagenoeg 30% geen nieuwe aanmelding, maar een herindicatie. Vooral in de nieuwe Wmo is het aandeel herindicaties groot (meer dan 40%).
Recent zijn in de registratie van de sociale wijkteams nieuwe gegevens tot stand gekomen m.b.t. de afsluiting van casussen. Zo is in de jaarrapportage over 2018 een overzicht opgenomen over “de situatie bij afsluiting” bij de in oktober, november en devember afgesloten casussen. Daaruit blijkt dat bijna tweederde van de aanmeldingen heeft geleid tot toeleiding naar een maatwerkvoorziening Wmo en 9% naar een jeugdhulpvoorziening. Bij de overige afsluitingen gaat voor het belangrijkste deel om inzet van eigen kracht en het netwerk (14%) en en vervolgens om verwijzingen naar algemene, wijkgerichte voorzieningen (5%0 of naar overige, wettelijke regelingen (6%).
Bekendheid en tevredenheid met de Stips
De bekendheid met Stips en sociale wijkteams onder de bevolking is in 2017 jaar voor het eerste gemeten in de Stadspeiling.
Voor wat betreft de Stips leverde dat de volgende resultaten op:
- 19% van de Nijmegenaren is redelijk of goed op de hoogte van het bestaan en de functie van de Stips; 25% heeft er wel van gehoord, maar weet er verder weinig vanaf. Meer dan de helft (56%) is er helemaal niet mee bekend.
- 25% weet waar het Stip voor de buurt, waar men woont, gevestigd is.
- In de aandachtgebieden, uitgezonderd Nieuw-West, en onder personen met een lagere sociaaleconomische status blijkt het bereik van de Stips groter (11 tot 14%) dan gemiddeld (8%).
Van degenen die bekend zijn met de Stips of ervan hebben gehoord geeft zo’n 18% in de Stadspeiling aan de afgelopen twee jaar de Stip wel eens te hebben bezocht of er contact mee te hebben opgenomen. Bij benadering gaat het daarbij om ongeveer 11.500 mensen. Hulp bij het invullen van gemeentelijke formulieren is de belangrijkste reden geweest (22%), gevolgd door hulp bij belastingformulieren (12%), informatie over activiteiten in de wijk en vragen over hulp (beide 10%). Voor het overige zijn de vragen aan de Stips zeer uiteenlopend van aard. Bijna tweederde is in het algemeen tevreden over de ontvangen informatie of het advies van de medewerkers van de Stip (19% zeer tevreden, 45% tevreden. 29% heeft neutraal geantwoord of weet dat niet. Een kleine minderheid is ontevreden (5% ontevreden, 2% zeer ontevreden).
Figuur: Op de hoogte van Stip in het stadsdeel
Bekendheid en tevredenheid met de Sociale Wijkteams
Voor de sociale wijkteams zijn de bevindingen m.b.t. de bekendheid onder de bevolking vergelijkbaar met de Stips:
- 18% van de Nijmegenaren is redelijk of goed op de hoogte van het bestaan en de functie van de sociale wijkteams; 28% heeft er wel van gehoord, maar weet er verder weinig vanaf. Meer dan de helft (54%) is er helemaal niet mee bekend.
- 18% weet waar het sociaal wijkteam voor de buurt, waar men woont, gevestigd is.
- 5% heeft in de afgelopen twee jaar contact met het sociaal wijkteam gehad; 62% is tevreden over de ondersteuning of doorverwijzing die men van het sociaal wijkteam gekregen heeft; 12% is daar ontevreden over.
- In de aandachtgebieden, uitgezonderd Nieuw-West, en onder personen met een lagere sociaaleconomische status is het bereik van de sociale wijkteams groter (7 tot 9%) dan gemiddeld (5%).
Binnen de groep respondenten die op de hoogte is van de sociale wijkteams heeft bijna 12% het sociaal wijkteam in de wijk wel eens bezocht of contact gezocht, voor hulp t.b.v. zichtzelf, partner, kinderen of iemand anders. Samen gaat het om ruim 7500 personen. Fysieke en psychische gezondheid zijn het vaakst als reden genoemd (elk 20%). Daarnaast is er een scala aan uiteenlopende redenen, zoals financiële problemen, hulp bij verstandelijke beperking, eenzaamheid, gedragsproblemen en opvoeding kinderen. Ook nu is bijna tweederde tevreden met de ondersteuning van het sociaal wijkteam of de verkregen doorverwijzing (16% zeer tevreden, 47% tevreden), een kwart heeft een neutraal oordeel of weet het niet en een iets groter deel dan bij de Stips is ontevreden (8% ontevreden, 4% zeer ontevreden).
Figuur: Op de hoogte van Sociaal Wijkteam in het stadsdeel