De informatie in deze module gaat over de zelfredzaamheid van Nijmegenaren, het omgaan met anderen en inzet voor de stad/naasten.
Ruim 9 op de 10 Nijmegenaren kan goed voor zichzelf zorgen
92% van de Nijmegenaren geeft aan goed voor zichzelf te kunnen zorgen; dit beeld is hetzelfde als voorgaande jaren. Wel zijn er groepsverschillen. Gekeken naar leeftijd laat de figuur zien dat met name Nijmegenaren van 75 jaar en ouder (73%) zich minder zelfredzaam voelen. Ook ligt de zelfredzaamheid lager naarmate inwoners minder scholing hebben gehad (77% in de groep die ten hoogste basisonderwijs heeft gevolgd) en wat lager onder Nijmegenaren met een niet-westerse migrantenachtergrond (84%). Naar stadsdelen (niet opgenomen in de figuur) zijn de verschillen beperkt; in het Centrum is de zelfredzaamheid het hoogste (95%), in Dukenburg ligt het wat lager (87%).
Figuur: Hoe zelfredzaam vinden inwoners zichzelf?
Bron: Burgerpeiling, O&S
Figuur: Zelfredzaamheid naar leeftijd, opleiding, herkomst
Bron: Burgerpeiling O&S
Wat meer Nijmegenaren dan voorheen last van eenzaamheid
Het aandeel Nijmegenaren dat te maken heeft met (zeer) ernstige eenzaamheid is 12%. Dat is wat hoger dan in 2012 (8%). Opvallend is dat 35 tot 64 jarigen het vaakst (zeer) ernstig eenzaam zijn. Ook zijn er flinke gebiedsverschillen (niet opgenomen in de figuur); in Lindenholt, Dukenburg en Nijmegen Nieuw-West ligt het aandeel ernstig eenzame inwoners tussen de 15 en 22%. In de andere stadsdelen is dit 7 à 9%.
Figuur: (zeer) ernstige eenzaamheid naar geslacht, leeftijd, opleiding
Bron: GGD-monitor
Verschillen in sociaal klimaat tussen stadsdelen
Voelen Nijmegenaren zich verbonden met hun buurt en buurtgenoten? De score voor dit zogenaamde sociale klimaat ligt gemiddeld op 5,8 en is daarmee gelijk aan 2015. Wel zijn er verschillen tussen de stadsdelen. De figuur laat zien dat Nijmegen-Noord (6,6), Nijmegen-Oost (6,4) en Nijmegen-Midden (6,2) het hoogst scoren. Het Centrum scoort veruit het laagst (4,7). Dit beeld is hetzelfde als in 2015, maar het verschil is groter geworden. Inwoners van Nijmegen-Noord zijn sinds 2015 positiever geworden over het sociale klimaat in hun omgeving (van 6,2 in 2015 naar 6,6 in 2017), terwijl dit in het Centrum terugloopt (van 5,1 in 2015 naar 4,7 in 2017).
Figuur: score sociaal klimaat (verbondenheid buurt en buurtgenoten)
Bron: Burgerpeiling, O&S
Onderdeel van het sociale klimaat in de buurt is de omgang tussen mensen met een verschillende herkomst. 49% van de Nijmegenaren die zeggen dat zij in een gemengde buurt wonen, vindt dat buurtbewoners met verschillende achtergronden (heel) goed met elkaar samenleven. 28% oordeelt neutraal, 16% weet het niet en de overige 7% is negatief. In 2013 vond nog 59% dat verschillende groepen in de buurt goed met elkaar samenleven. Dat het positieve oordeel terugloopt komt omdat meer inwoners geen mening hebben. Het aandeel negatieve oordelen blijft gelijk aan 2013 (7%) en neemt dus niet toe. Tot slot is opvallend dat Nijmegenaren met een niet-westerse migrantenachtergrond veel vaker vinden dat verschillende groepen in de buurt goed samenleven (65%) dan inwoners met een Nederlandse achtergrond (48%).
'Fitte vijftigers’, ouderen en gezinnen zetten zich het vaakst in voor hun omgeving
Hoeveel Nijmegenaren zetten zich in voor de stad? Gemeentelijk onderzoek laat zien dat 55% van de volwassen Nijmegenaren minstens één keer per maand actief is voor een vereniging, de eigen buurt en/of hulp of mantelzorg geeft aan naasten. Dat is een fractie meer dan in 2015 (52%) en 2013 (53%), wat vooral komt door meer inzet voor de buurt. 33% is actief op één van de genoemde terreinen, 22% op twee of meer.
Onderstaande figuur geeft weer hoe groot de inzet is van verschillende inwonersgroepen. Gekeken naar levensfase is te zien dat de inzet het grootst is onder de zogenaamde ‘fitte vijftigers’; 45-plussers zonder (thuiswonende) kinderen (67%). Ook ouderen (62%) en inwoners met thuiswonende kinderen (59%) zijn bovengemiddeld actief. Onder jonge werkenden zonder kinderen (41%) en studenten (45%) ligt de inzet beduidend lager.
Wat betreft opleiding valt de groep met basisonderwijs als hoogste opleiding op; 42% zet zich minstens één keer per maand in voor vereniging, buurt of naaste, tegen 52% tot 59% onder inwoners met meer opleiding. Wel is de inzet in deze groep groeiende; in 2015 was in deze groep 36% actief. Herkomst speelt een bescheiden rol; 56% van de inwoners met een Nederlandse achtergrond is ten minste maandelijks actief, tegen 50% van de inwoners met een niet-westerse migrantenachtergrond. Dat is beduidend meer dan in 2015, toen 42% van de Nijmegenaren met een niet-Westerse migrantenachtergrond zich inzette voor buurt, vereniging of naasten.
Figuur: Inzet voor buurt, vereniging, naasten naar levensfase, opleiding, herkomst
Bron: Burgerpeiling, O&S
Opvallend is dat ook inwoners die zelf kwetsbaar zijn, actief zijn voor buurt, een vereniging of naasten. Het gaat om inwoners op wie één of meer van de volgende kenmerken van toepassing is: zich niet gezond voelen, niet voor zichzelf kunnen zorgen, te weinig contacten hebben, een slechte financiële situatie, het krijgen van mantelzorg of het krijgen van een andere vorm van hulp. Inwoners op wie één of twee van deze kenmerken van toepassing zijn, zijn ongeveer even actief (56% tot 54%) als inwoners zonder de genoemde kwetsbaarheden (55%).
Zijn Nijmegenaren bereid om zich vaker in te zetten voor de stad? Onderstaande figuur laat zien dat bijna de helft van de inwoners zich (misschien) vaker wil inzetten voor buurt, vereniging of naasten. Van deze inwoners is ruim de helft al ten minste maandelijks actief op één of meer van de genoemde terreinen. Inwoners die niet meer tijd willen besteden aan vrijwilligerswerk, hulp aan naasten of de buurt noemen hiervoor het druk zijn met werk of studie als belangrijkste reden (51%).
Figuur: Al dan niet actief voor buurt, vereniging, naasten en bereidheid om (nog) meer te doen
Bron: Burgerpeiling, O&S
Ruim 25.000 mantelzorggevers, ruim 4000 mantelzorgontvangers
De GGD stelt het aandeel mantelzorgers (in 2016) vast op 12%. Dat zijn ruim 17.000 Nijmegenaren. In 2012 was dat 8%. Het gaat daarbij om mensen die minimaal 3 maanden en/of minimaal 8 uur per week, zonder betaling, zorg of hulp geven aan een bekende uit eigen omgeving. Hetzelfde onderzoek laat zien dat ongeveer een zesde van deze mantelzorgers te maken heeft met enige of zware overbelasting.
Niet alleen volwassen Nijmegenaren geven mantelzorg; van de scholieren zegt 16% dat hij of zij mantelzorger is. Dat blijkt uit onderzoek van de GGD onder Nijmeegse scholieren. Het gaat wat vaker om meisjes (19%, tegen 14% van de jongens), leerlingen van het vmbo (20%, tegen 14% op havo/vwo) en vierdeklassers (19%, tegen 12% bij tweedeklassers).
Zo'n 11% van de Nijmegenaren krijgt mantelzorg; ongeveer 16.000 inwoners. Daarnaast zijn er ongeveer 1800 inwoners die behoefte hebben aan mantelzorg maar dit niet krijgen. Het aandeel inwoners dat mantelzorg krijgt is het hoogst onder 85-plussers (38%) en inwoners met basisonderwijs als hoogste opleiding (22%).
Figuur: Krijgen en geven van mantelzorg
Bron: GGD-monitor; Burgerpeiling, O&S